De zonnewijzers
Abdij Rolduc Heyendallaan 82 Kerkrade.
HELDER (VAN GEEST) EN VURIG
Thea-Warrior
De wapenspreuk LUCIDE ET ARDENTER van abt Petrus Melchioris van der Steghe staat keurig in steen vermeld aan de bovenkant van de zonnewijzer op de watertoren.
In een latere tijd is de spreuk ‘Latet Ultima – vigilante ergo’ aan boven- en onderzijde toegevoegd: Het laatste (uur) is verborgen – wees dus waakzaam.
Romeinse cijfers geven de uurlijnen aan; van ’s ochtends zeven tot ’s middags vijf uur. Kleine pijltjes geven de halve uren aan.
Rondom sieren de sterrenbeelden: de twaalf tekens van dierenriem. Linksom, bovenaan in het midden beginnen: steenbok, waterman, vissen, ram, stier, tweelingen, kreeft, leeuw, maagd, weegschaal, schorpioen en boogschutter.
Steenbok is afgebeeld met een vissenstaart, naar zijn oude naam geit-vis. Deze zonnewijzer heeft nog wel zijn stijl.
De schaduw van de stijl valt zowel in de nabijheid van de schuine uurlijnen als in die van de datumlijnen. Bijna alle datumlijnen zijn gebogen. Uitzondering de datumlijn van ram en weegschaal, deze is recht horizontaal.
Gnomoloog Willy Leenders (1935) uit België heeft er véél méér kennis over en als zonnewijzeronderwijzer legt hij de vrij ingewikkelde materie heel helder uit. Zijn website http://www.wijzerweb.be/rolduc.html wijst me vooraf op de foutief geplaatste zonnewijzer: op ‘de verdwaalde zonnewijzer van Rolduc’. Het is Willy die schrijft: ‘Hoe dit zonnewijzerpatroon in de abdij van Rolduc is geraakt, blijft vooralsnog een raadsel.’
En het is precies deze opmerking waardoor bij mij de gedachte postvat dat een foutief geplaatste zonnewijzer eigenlijk niet kan. Kan in een ‘ordelijk’ complex als Rolduc, zo vol erudiete geleerden, een zonnewijzer foutief geplaatst zijn!? Nee, nee, nee, dat gaat er bij mij niet zomaar in… maar… de zonnewijzer zit er… zou hij iets over energielijnen vertellen?
De tweede zonnewijzer is een eenvoudige. Hij bevindt zich, zoals het hoort gericht op het zuiden, in de binnentuin noordelijk van de kerk. Volgens Willy Leenders is deze wijzer net als die op de watertoren juist geconstrueerd. De stijl ontbreekt, maar de bedekking van het tafereel – deze mooie woorden zijn van Willy – is ergens na 2009 gerestaureerd.
En dan de derde zonnewijzer. Specifiek voor deze zonnewijzer heeft Rolduc Willy Leenders als zonnewijzerdeskundige in de arm genomen. Is het wel een zonnewijzer?
Volgens Willy is de afbeelding van deze zonnewijzer nog niet zolang geleden ‘ontdekt’. De zonnewijzer zou van tussen 1500 en 1600 dateren en bevindt zich op de zuidmuur van het transept van de kerk; op het oostelijk risaliet.
Eind februari 2019 spreek ik met Catharina Scholtens, de voorzitter van de rondleiders van Rolduc, over de datering.
De herbouw van het transept in aanmerking genomen, stelt zij dat het goed mogelijk is dat abt Leonard Dammerscheidt deze zonnewijzer daadwerkelijk bij de grote herbouw van kerk en klooster heeft laten aanbrengen.
Het is 1522 als Leonardus (van) Dammerscheidt de kromstaf van het abtschap aanneemt. Corten (1902) schrijft dat de abt de abdij in een treurige toestand aantreft. Door brand, plundering, aanhoudende oorlogen en mogelijk ook door zorgeloosheid van zijn voorgangers is het klooster tot armoede gebracht. Het klooster is niet in staat in het onderhoud van de, voor de kerkelijke diensten onmisbare, kloosterlingen te voorzien. De kloostertucht blijkt geheel en al vervallen en de gebouwen zijn bouwvallig. In waarheid bericht abt Dammerscheidt aan de Paus dat de abdij een verlaten en vervallen klooster is. Zijn vijfendertigjarig bestuur zal echter zegenrijk zijn: hij vernieuwt de gehele kloosterbouw en is degene die het koor van de kerk verbouwt tot een gotisch koor.
De vorm van crypte en koor heeft de nodige pennen in beweging gebracht. Elizabeth den Hartog (2008) stelt dat de verbouwing van de crypte tussen 1123 en 1138 heeft geresulteerd in een driebeukige, waarschijnlijk recht gesloten, crypte van zes traveeën met tien zuilen, die afwisselend glad en bewerkt zijn (pg. 30). Volgens haar eindigt eindigt de oostkant van de crypte in 1138 bij het huidige oostelijke zuilenpaar. De verbouwing in de dertiende eeuw heeft aan de oostkant een verlenging met een travee meegebracht en op dat moment worden ook de apsiden aan crypte (en koor) toegevoegd, waardoor de klaverbladvorm ontstaat (pg. 28).
In de periode 1522-1557 breekt abt Dammerscheidt het klaverbladvormig koor van de kerk af en bouwt hij een nieuw gotisch koor, zonder de noord- en zuidapside. In 1672 wordt op de (voormalige) noordapsis een toren gebouwd. In het fundament en in de onderbouw van deze toren is de noordapsis echter behouden gebleven. De zuidapsis verdwijnt als daar ooit een bijsacristie wordt opgetrokken (pg. 3 en 4).
Bij de restauratie van 1893 door architect Pierre Cuypers wordt het gotische koor van abt Dammerscheidt afgebroken en de ‘oorspronkelijke’ klaverbladvormige crypte met bijpassend koor gerealiseerd (pg. 3).
Als ik het geheel en alle verbouwingen in ogenschouw neem dan is de plaats van de verticale energiezuil altijd binnen de crypte geweest… en wat de derde zonnewijzer betreft!? Als abt Dammerscheidt in de zestiende eeuw het koor van de kerk vernieuwt, bouwt hij ook aan het transept. Dit zal hèt moment geweest zijn om op het oostelijk risaliet van de zuidmuur een zonnewijzer aan te brengen. Een zonnewijzer die daar heel lang een ‘stil’ leven heeft gekend.